Week 8 t/m 12; een overzicht

3 december 2014 - Rabat, Marokko

Na een maand niks geschreven te hebben vond ik het maar weer eens tijd om mijzelf nuttig te maken en een nieuwe pagina vol te schrijven. Het wordt net als een tijdje geleden een gebroken stuk, aangezien ik niet alles meer even goed herinner en er ook niet heel vel bijzonders is gebeurd. Dagelijkse sleur zoals boodschappen doen is niet echt leuk om over te schrijven of om te lezen. Dus, waar was ik gebleven…

Na de vakantie hadden we gelijk weer les. Niks bijzonders. Die woensdag de 29 van oktober zijn we weer op excursie geweest. Dit maal gingen we naar Dar Kbira. Dit betekend groot huis en is een opvangcentrum voor straatkinderen in Kenitra. Dit ligt boven Rabat. In dit opvangcentrum zitten vooral straatkinderen, maar er zitten ook vrouwen die geen onderdak hebben en er zitten soms ook mannen die het lastig hebben. De kinderen zijn er veruit in de meerderheid. Zij worden hier gelopen met hun problemen en er wordt ook voor gezorgd dat ze naar school gaan. Het is echter vrijwillig en de kinderen zijn dus niet verplicht om te blijven. Sommige kinderen lopen dus ook weg. Dit doen ze omdat ze op straat tenminste geld kunnen verdienen en als ze in het opvanghuis zitten kunnen ze dit niet. De meeste kinderen zijn wees of hebben een zeer lastige jeugd gehad. Voor veel kinderen is er ook psychische hulp. Het is een opvanghuis dat vooral overeind gehouden wordt door middel van donaties, vanuit de overheid is er niet veel hulp. Het is echter wel zo dat er soms kinderen door de rechter naartoe worden gestuurd voor een soort heropvoeding of als straf. Voor de meisjes die er zitten geld veelal hetzelfde, met als verschil dat de jeugd voor hun vaak erger is geweest omdat de meeste misbruikt zijn. Voor de volwassen vrouwen is een apart gebouw. Hier leren ze voor zichzelf zorgen en wordt er voor ze naar werk gezocht. Er zijn onder de kinderen en de vrouwen weinig recidieven. Voor de mannen is hier geen uitspraak over te doen. Er zijn hiervoor nog maar te weinig manen in het opvangcentrum geweest. De mannen zijn veelal te trots om er aan te kloppen voor hulp. De man die de rondleiding gaf zei dat de man dan aangeeft dat hij het niet zelf kan en dat hij zwak is.

Een week later, op de 5e van november, hebben we op het NIMAR een docu gekeken van de Belgische televisie. Hierin volgden ze een Marokkaanse man die in België woont en hier is gekomen met de eerste generatie gastarbeiders. Hij vertelde over hoe hij in België terecht was gekomen en hoe zijn eerste paar jaren daar waren. Hij werd een beetje op sleeptouw genomen door zijn overburen die hem in het weekend meenamen op hun uitstapjes. Ook vertelde hij dat hij van meet af aan heeft geprobeerd om Nederlands te leren om zo te laten zien dat hij met de beste bedoelingen naar België was gekomen. Binnen het bedrijf waar hij werkte was hij de enige van zijn Marokkaanse collega’s die de taal een beetje machtig was en hierdoor had hij een belangrijke positie bij werknemersvergaderingen. Later in de docu verteld hij ook dat de weg naar België een lange weg was. Hij was namelijk als kind in Tanger terecht gekomen en hier stiekem, zonder enig reisdocument, in Marseille terecht gekomen. Hier had hij een tijdje gewerkt en uiteindelijk is hij ontdekt en in de gevangenis terecht gekomen. Wat hem het meeste verbaasde aan de gevangenis is dat hij toen hij vrij kwam zijn verblijf daar moest betalen. Hij is toen weer met de boot terug naar Tanger gebracht en is een tijd later via het project van de gastarbeiders in België terecht gekomen. Met de cameraploeg zijn ze in de haven van Tanger geweest en daar heeft hij verteld hoe hij aan boord was geklommen en hoe hij vroeger op straat heeft geleefd. Uiteindelijk gaan ze ook naar zijn geboortedorp toe en gaat hij op zoek naar zijn roots. Het meest aansprekende van de documentaire was voor mij het feit dat hij vertelde dat zowel de Belgische staat als de gastarbeiders verantwoordelijk zijn voor het falen van het integratiebeleid. De staat had geen voorzieningen om de gastarbeiders te laten integreren. Alles wat de gastarbeiders hebben geleerd is op eigen houtje en kosten gedaan. Dat de staat geen voorzieningen had getroffen hiervoor komt vanwege het feit dat het van begin af aan de bedoeling was dat ze weer terug zouden gaan naar hun geboorteland, vandaar gastarbeiders. Toen dit uiteindelijk niet zo bleek te zijn en de gastarbeiders geen gasten meer ware maar inwoners werden, hebben zij zelf gefaald door te veel te blijven hangen in hun eigen cultuur en taal. Hij gaf aan dat het overgrote deel verzuimd heeft zich voldoende aan te passen om hier (België) te kunnen integreren. Nu gaat het hier natuurlijk over België, maar dit is zeer zeker ook door te trekken naar Nederland. Het is hier eigenlijk precies hetzelfde gegaan. De oude man gaf ook aan dat de eerste generatie gastarbeiders en de staat ook verantwoordelijk zijn voor de tweede en derde generatie die nu in ons Europa wonen en werken en waarom het zo slecht gaat met hun. Kortom erg interessant.

De 12e november zijn we naar de FOO, Fundation Occidental Oriental, geweest. Hier worden vluchtelingen uit sub-Sahara landen opgevangen en worden zij geholpen op elke manier mogelijk. Zo is er voor vrouwen de mogelijkheid om kleding te maken en te verkopen op de markt. Voor de jongste kinderen is er een kinderopvang en een kleuterschool. Hier krijgen zij vooral de nieuwe taal onderwezen en leren zij de Marokkaanse cultuur. Marokko wordt namelijk naast een groot zendend land ook steeds meer een vestigingsland. Voor jongeren is er een bibliotheek waar zij kunnen studeren en er wordt voor hun onderwijs betaald. Ook wordt er gestimuleerd om iets cultureels te doen. Zo zijn er bijvoorbeeld veel Afrikaanse drumbands die oefenen op het FOO.

Dat weekend ben ik hard aan het leren geslagen voor m’n tentamen Darizja. Die maandag (17 november) had ik namelijk een schrijf, luister en spreektoets. De laatste keer dat ik die gehad heb is bijna 5 jaar geleden dus dat was wel weer even wennen met leren. Uiteindelijk viel het allemaal wel mee en zijn te toetsen goed verlopen. Ik wacht echter wel nog steeds op m’n cijfer (spannend!!). Na de tentamens ben ik gelijk weer achter m’n laptop gekropen om een presentatie voor te bereiden. Woensdags hadden we namelijk onze presentaties voor ons onderzoeksvoorstel. De presentatie is goed verlopen en werd positief beoordeeld. Ik mag mijn onderzoek dus doen. Het onderzoek gaat over twee musea, het Archeologisch museum en het Mohammed VI (moderne kunst), en wat de verhoudingen tussen beide zijn en waarom zij zijn zoals ze zijn. Er zijn namelijk duidelijke verschillen tussen beide, maar wat is de rede van deze verschillen? Donderdag 27 november hebben we met bijna de hele groep geluncht bij AMSAT. Dit is een organisatie die jongeren met het syndroom van Down middels het leren van een vak weer in de maatschappij wil laten participeren. Twee van mijn mede studenten doen hier vrijwilligerswerk en doen daar ook hun onderzoek. Ze helpen mee bij het keukenproject en leren de jongeren dus koken. Het doel is dat deze jongeren uiteindelijk bij een cateraar gaan werken. De lunch die we daar aten was heerlijk en zeer goedkoop. Alles werd door de jongeren gedaan en er werd door andere medewerkers en vrijwilligers toe gekeken en waar nodig bijgesprongen. De lunch werd gecombineerd met het afscheid van Barbara (zij was een van de studenten die hier vrijwilligerswerk deed en mijn huisgenote tijdens de eerste maand). Ze ging ons wegen persoonlijke redenen verlaten. We hebben haar toen als afscheidscadeau een mok van AMSAT en een mooie Marokkaanse sjaal cadeau gedaan.

Zo, dit is wel weer een mooi verhaal voor de komende tijd. Het eerstvolgende verhaal laat denk ik niet heel lang op zich wachten want dit zal gaan over Sinterklaas. Natuurlijk wordt dit hier ok gevierd en de voorbereidingen zijn in volle gang. 5 december zelf hebben we een onderonsje inclusief een aantal Marokkanen en hiervoor hebben we lootjes getrokken en zondag 7 december gaan we helpen met het Sinterklaasfeest op de ambassade. Hoe her Sinterklaasfeest er op de ambassade uit ziet weten we niet, dus vol verwachting klopt ons hart. (pa-dum tssj)

2 Reacties

  1. Mohamed Zouguarh:
    5 december 2014
    Beste Sjors,

    Ik ben Mohamed en ik ben een colega van je vader. ik vindt het leuk om zo te lezen wat je allemaal in mijn geborte land meemaakt. Ik wens je veels goed in en studie en dat je een verschil mag maken.

    Groetjes tot de volgende keer.
  2. Yvonne:
    7 december 2014
    Ha Sjors,
    Wij zijn benieuwd naar het sinterklaasfeest op de ambassade. Hopelijk wordt het gezellig. Nog een paar weken. We tellen al af.
    XxxN&Y